Partiële nefrectomie (open)
Indien de tumor kleiner is dan 7 cm en op een bereikbare plaats ligt, wordt meestal geopteerd voor niersparende chirurgie of partiële nefrectomie. Bij deze ingreep wordt enkel de tumor samen met een klein randje gezond nierweefsel verwijderd. Het letsel in de nier wordt gesloten met hechtingen en bloedstelpend materiaal.
Het nadeel van deze ingreep is dat de bloedvoorziening van de nier tijdelijk moet afgeklemd worden om bloeding en bloedverlies te beperken. Dit afklemmen moet zo kort mogelijk gehouden worden om verlies van functioneel nierweefsel tegen te gaan.
Voor de ingreep
Voor de ingreep dient u minstens 6 uur nuchter te zijn. Neemt u bloedverdunners, stop daar dan mee dienen enkele dagen tot een week voor de ingreep.
De ingreep Bij deze ingreep wordt een grote insnijding gemaakt ter hoogte van de zij. Via deze weg wordt de nier vrij gelegd, de bloedvoorziening afgeklemd en de tumor verwijderd. Vervolgens wordt het letsel gesloten en wordt bloedstelpend materiaal gebruikt om eventuele nabloeding tegen te gaan.
Na de ingreep wordt een buisje of drain geplaatst om overtollig bloed of vocht af te voeren.
De huid wordt gesloten met draad of haakjes.
Na de ingreep
- Postoperatieve zorgen
De meeste patiënten kunnen de dag na de operatie al starten met eten en drinken.
U kunt vrij snel weer lopen.
Zolang de drain vocht of bloed blijft afgeven, dient hij te blijven zitten.
Pijn na de ingreep wordt bestreden door middel van pijnstillers. - Aandacht na de behandeling
Vermijd zware fysieke inspanningen gedurende 6 weken.
In zeldzame gevallen kan het letsel in de nier opnieuw beginnen bloeden. Dit vraagt soms opnieuw interventie, hetzij van de chirurg of van de radioloog, om de bloeding te laten stoppen.
De wondhaakjes of draadjes worden door de huisarts verwijderd 12 dagen na ingreep.
Gedurende geruime tijd kan u nog pijn ervaren ter hoogte van het litteken in de zij. Uw arts zal u hiervoor pijnstillers voorschrijven. - Opvolging na de behandeling
Uw uroloog zal u een afspraak geven om terug op raadpleging te komen.
Elke 3 tot 6 maanden dient er CT scan en/of echografisch onderzoek te gebeuren voor opvolging van de tumor. Ook de longen worden op regelmatige wijze gecontroleerd.