Bloedonderzoek (Prostaat Specifiek Antigeen) (Prostaatkanker)

De prostaat vormt het PSA (Prostaat Specifiek Antigeen), een eiwit dat aan het ejaculaat wordt toegevoegd om het zaadvocht vloeibaar te houden. Het PSA-gehalte in het bloed kan gemeten worden. Het weerspiegelt de activiteit van het prostaatweefsel. Een verhoging kan wijzen op prostaatvergroting of -ontsteking, of op prostaatkanker. Het PSA-gehalte stijgt in het bloed met ouder worden.

Het is orgaanspecifiek, maar niet iedere verhoging wijst op kanker.

  • Bij een absolute PSA-waarde > 10ng/ml moet een prostaatbiopsie (weefselonderzoek) gebeuren.
  • Bij waarden in het grijze gebied ( PSA > 4 &< 10ng/ml) wordt beter de verhouding tussen vrij PSA en totaal PSA (vrije ratio) gemeten. Als deze waarde kleiner is dan 0,25 dan neemt de waarschijnlijkheid voor prostaatkanker toe en wordt best een biopsie genomen.

Naast de vrije PSA ratio zijn er nog een aantal parameters:

  • De PSA stijgingssnelheid (PSA velocity) als de absolute toename van de PSA-concentratie. Een toename van de hoogte van de PSA van meer dan 0,75 ng/ml per jaar wordt als afwijkend aanzien. De PSA-bepalingen over een ruim aantal jaren zijn dan ter onzage. Let wel, de PSA kan schommelen zonder dat dit obligaat op prostaatkanker moet wijzen.
  • De PSA verdubbelingstijd (PSA-DT): is vooral belangrijk bij de monitoring van reeds vastgestelde prostaatkanker.
  • De PSA dichtheid: Bij grote prostaten wordt meer PSA gevormd. Om te compenseren voor de grootte van de prostaat en voor de aanwezigheid van goedaardig vergroot prostaatweefsel kan de dichtheid bepaald worden: de PSA in ng/ml, gedeeld door het prostaatvolume in ml. Een PSA dichtheid groter dan 0,15 is verdacht voor prostaatkanker.

Interpretatie van PSA-waarden in het bloed

Naarmate je ouder wordt stijgt de PSA-waarde:

  • 40 tot 49 jaar: 2,5
  • 50 tot 59 jaar: 3,5
  • 60 tot 69 jaar: 4,5
  • 70 tot 79 jaar: 6,5

PSA-waarden die liggen tussen 4 en 10 ng/ml noemt men het 'grijze gebied'. PSA is niet enkel van de leeftijd maar ook van het prostaatvolume afhankelijk. Waarden in het grijze gebied zijn verdacht voor, maar geen bewijs van prostaatkanker.

Bovendien zal de meer agressieve prostaatkanker minder PSA vormen en liggen de PSA-waarden duidelijk onder de 4. Dan is de PSA-waarde een gevoelige maat voor de evolutie van de kanker en voor een eventueel succes van de behandeling.

Interpretatie van de gevonden waarde

Bij goedaardige prostaatvergroting kan het PSA ook verhoogd zijn. Dit is bij iets minder dan de helft van de goedaardige prostaatvergrotingen het geval. Normaal is het PSA-gehalte in het bloed onder de 4 (ng/ml), maar het kan bij een goedaardige vergroting stijgen tot 10. Dit kan dus ook bij een kwaadaardige tumor het geval zijn. Het grote probleem bij de PSA-waarde is dus dat het moeilijk is daar de goede conclusie aan te verbinden. De PSA-waarde moet dus eigenlijk samengaan met een rectaal onderzoek en transrectale echografie van de prostaat, waarbij de grootte en de vorm van de prostaat worden beoordeeld. Zijn die normaal, dan kan men rustig afwachten en halfjaarlijks opvolgen.